
Klimaatconflict in het polderlandschap
Er staat veel te gebeuren in Nederland. In Brussel denkt de EU na over een toekomstig landbouwbeleid, de klimaatcrisis vraagt om drastisch ingrijpen, de energievoorziening zit middenin een transitie en intussen verstedelijkt Nederland. Stuk voor stuk ontwikkelingen die behoorlijke gevolgen hebben voor het landschap.
Conflicterende uitdaging
Er zijn grote opgaven op het gebied van klimaat, landbouw, milieu en energie. Deze hebben allemaal een directe verbondenheid met onze natuur. Het is daarom essentieel dat er een draagvlak is om deze aanpassingen op een juiste manier in te passen in de natuur waarbij alle elementen meegenomen worden.
De afgelopen 30 jaar is het Nederlandse landschap al drastisch veranderd door de energietransitie. Het is daarom hoog tijd dat het Nederlandse landschap weer een volwaardige plek krijgt in het ruimtelijke beleid (publicatie Rijksoverheid – PBL).
Dramatische gevolgen
Door de schaalvergroting in de landbouw zijn karakteristieke sloten en houtwallen uit het landschap verdwenen. Soms hebben ze plaatsgemaakt voor eentonige grasvlakten, waarop kruidenarme grassoorten worden geteeld, die leiden tot verlies aan soorten. Het bebouwde gebied is in dertig jaar toegenomen van 12 tot 16 procent; het aantal windturbines op land van 300 in 1990 tot zo’n 2300 in het afgelopen jaar. Er zijn inmiddels al tachtig grotere zonneparken gebouwd.
Het geluid om het Nederlandse landschap niet uit het oog te verliezen ten gunste van alle energietransitie maatregelen wordt steeds luider. En dit is niet voor niets aangezien de gevolgen voor onze natuur door alle veranderingen duidelijk aan te wijzen zijn.
Afnemende vogelpopulatie
Wetenschappelijke onderzoeken wijzen namelijk aan dat er vele negatieve effecten kleven aan windturbines. Hierbij moet men denken aan de verstoring van de natuurlijke habitat en het verliezen van essentiële voedselvoorraden voor de vogels. Naast het verstoren van de broedplaatsen sterven er ook grote aantallen vogels. De vele dodelijke botsingen met de wieken van windturbines zijn het gevolg van een verstoring van de optische en akoestische waarneming van de vogels.
In gebieden waar windturbineparken zijn geplaatst daalt de populatie drastisch van de weidevogels zoals de wulp en kievit. Maar ook buizerds, meeuwen, zwaluwen, torenvalk en ooievaar zijn slachtoffer van de wieken.
Zelfs trekvogels worden bedreigd op de concentratiepunten van hun trekroutes. En laat de Rosmalense polder nou net een belangrijke route zijn voor vele trekvogels.
In het SOVON rapport “Vogels van de Beerse Overlaat en analyse verstoring van vogels door windturbines” is de volgende schokkende conclusie geformuleerd. Van de 26 broedvogels welke voorkomen in dit gebied vertonen nagenoeg al deze soorten een negatieve correlatie met de aanwezigheid van windturbines. Voor 15 soorten is dit significant. Ook het totaalaantal broedvogels vertoont een negatieve correlatie met de aanwezigheid van windturbines. Het SOVON rapport is in opdracht van provincie Noord-Brabant opgesteld in 2019.
De functie van de Beerse Overlaat komt zeer overeen met die van de Rosmalense Polder. Het plaatsen van een groot windturbinepark heeft daarom desastreuze gevolgen voor de vogelpopulatie in dit gebied. Tevens wordt een voor Brabant unieke oost-west ecologische verbindingszone hierdoor zwaar verstoord.
Beschermde diersoort
Vleermuizen zijn op internationaal niveau in het kader van de Europese Habitatrichtlijn beschermt en op nationaal niveau in het kader van de Wet Natuurbescherming. Concreet betekent dit dat er bij het realiseren van een ruimtelijke ontwikkeling altijd gekeken moet worden naar potentieel negatieve effecten op vleermuizen.
Op basis van de verdeling van gevonden vleermuisslachtoffers in Europa, worden windturbines als risicovol beschouwd. Dit geldt met name voor de soorten ruige dwergvleermuis, de gewone dwergvleermuis, de laatvlieger en de rosse vleermuis.
Volgens de Eurobat richtlijnen hebben vleermuizen op verschillende manieren hinder van windturbines. Door de directe aanraking met de wieken is er een grote sterfte. Ook zal er door de aanleg van de windturbines een groot gedeelte van de woon- en voedselhabitat vernietigd worden. Naast dit alles zullen vleermuizen ook gedesoriënteerd raken door het laagfrequente geluid dat de turbines veroorzaken. En als laatste grote negatieve effect zijn er de felle lampen welke op de turbines geplaatst worden. Deze creëren een directe lichtvervuiling in de relatief donkere polder waardoor ze insecten aantrekken. Naast het groot aantal insecten dat zal sterven zullen ook vleermuizen hierop afkomen met een hoger sterftecijfer als gevolg.
Gevaar voor het ecosysteem
Naast de vogels en vleermuizen is er nog een ander groot gevaar voor het ecosysteem in de polder. Insecten zijn essentieel voor het voortbestaan van zowel plant als diersoorten. Onderzoek van de Radboud Universiteit in samenwerking met Duitse collega’s concludeerde in 2017 dat de totale biomassa aan vliegende insecten sinds 1989 met ruim 75 procent is afgenomen.
Windturbines zorgen er voor dat er jaarlijks gigantische hoeveelheden aan vlinders en insecten als residu op de wieken achterblijven. Het plaatsen van dergelijke industriële turbines staat daarom ook haaks op het beleid om in polders bermen en akkerranden te willen aanplanten voor het behoud van de insecten.
Verdwijning van planten en bloemen
Niet alleen de fauna heeft het zwaar als gevolg van alle maatregelen die genomen worden ten gunste van het klimaatakkoord. Ook de flora heeft het hard te verduren. Van de ruimte die wilde planten in 1900 nog hadden is helaas nog maar 6% over. Een enkele wegberm of akkerrand daargelaten, vind je de variëteit aan wilde bloemen vooral in natuurgebieden. Boswachters beheren de laatste reservaten met bloemrijke akkers en bonte weides. Vaak kleine gebieden van elkaar gescheiden door bloemloze landbouwgebieden. Om het tij te keren, riep Natuurmonumenten in 2019 iedereen op plaats te maken voor wilde bloemen. Langs wegen, in tuinen en op het platteland. Waar wilde bloemen zijn, zijn insecten. Waar wilde bloemen zijn, is natuur.
Conclusie
Het uitgangspunt van de klimaatmaatregelen is behoud van de natuur. Het is daarom tegenstrijdig dat er maatregelen genomen worden die het natuurlandschap verwoesten om alternatieve energie op te wekken. Het is tevens wrang om te moeten constateren dat er veel geld is geïnvesteerd om de natuur en vogelstand naar een hoog niveau te tillen in onze polder en dat dit met het huidige plan overboord wordt gezet. We kunnen hierbij spreken van dubbele kapitaalvernietiging van geld en natuur.
Laat dit alstublieft niet gebeuren in onze mooie Rosmalense polder met haar bruisende flora en fauna.
Geef een reactie