Impact van windturbines op gezondheid: internationaal steeds meer waarschuwingen

Officieel kan het niet: mensen die klagen dat de windturbines in hun buurt ’s nachts zoveel lawaai maken dat ze er wakker van liggen. Als ware don quichottes proberen ze hun gelijk te halen bij overheden, windparkexploitanten en de windenergielobby. Tevergeefs want windenergie, daar kan toch niemand tegen zijn? Toch hebben ze gelijk, zegt wetenschapper Prof. Frits van den Berg. In dit lange artikel lees je er meer over. Ga er maar eens goed voor zitten.

Bovenstaande quote komt van de website van de Rijksuniversiteit van Groningen. Net als veel anderen, stelt Prof. Van den Berg stelt dat geluidsoverlast de grootste boosdoener is van de gezondheidsproblemen die omwonenden van windturbines ervaren.

De afgelopen jaren is er veelvuldig onderzoek gedaan naar (geluids)overlast die windturbines veroorzaken en de mogelijke impact op de volksgezondheid. Niemand betwist dat windturbines geluidsoverlast veroorzaken. Veel onderzoeken geven daarnaast aan dat er een verband is tussen geluidsoverlast door windturbines en gezondheidsklachten bij omwonenden. De reden dat de overheid hier vooralsnog nog niet op inspeelt met aanvullende wetgeving, lijkt gelegen in het feit dat:

1) het verband vooralsnog onvoldoende wetenschappelijk is aangetoond en/of

2) de belangen van realisatie van de afspraken rondom duurzame energie zwaarder wegen.

Er is online ook tegengeluid te vinden vanuit (groepen) mensen die beweren dat windturbines niet schadelijk zijn voor de gezondheid. Opvallend is echter dat dit tegengeluid vaak komt vanuit groepen die zelf een eigen (financieel) belang hebben bij de realisatie van windturbines (“Wij van WC-eend”…).

De WHO en de nationale GGD maken zich ook zorgen

Een duidelijk teken aan de wand vinden wij dat gerenommeerde en onafhankelijke partijen zoals de World Health Organization (WHO) en de nationale GGD recentelijk waarschuwen voor de gevolgen van windturbines op de gezondheid.

De WHO kwam in maart 2018 met een rapport, waarin zij waarschuwt dat omgevingsgeluiden flink negatieve effecten hebben op de gezondheid. Naast treinen en vliegtuigen werd er voor de eerste keer ook over windturbines gesproken. Omgevingsgeluiden kunnen volgens de WHO leiden tot psychologische en lichamelijke gevolgen, vooral bij langdurige blootstelling.  De WHO waarschuwt ook voor cardiovasculaire ziekten, cognitieve achteruitgang van kinderen en slaapstoornissen. De WHO adviseert voor windturbines een bovengrens voor hoorbaar geluid (uitgedrukt in het aantal decibel, ofwel db) van 45 db. Voor ’s nachts geeft de WHO geen richtlijn, omdat daar te weinig onderzoek naar gedaan is.

In oktober 2019 hebben 10 regionale GGD’s per brief aan de minister gereageerd op het klimaatplan van de overheid. De GGD’s stellen dat er meer aandacht moet komen voor de effecten van duurzame energiebronnen op de gezondheid van mensen. Hoewel biomassa vooral naar voren kwam als mogelijke boosdoener, werden ook windturbines in de brief specifiek genoemd. De GGD’s geven ook aan dat het “niet altijd de eerste natuur” van de overheid is om het effect op de gezondheid mee te wegen in het beleid.

De Nederlandse overheid accepteert bij het bepalen van geluidsnormen voor windmolens een zekere mate van ernstige hinder

Hoorbaar geluid

Geluid kent een aantal aspecten. Een ervan is het hoorbaar geluid (aantal decibel db). De wettelijke geluidsnorm voor windturbines in Nederland is in 2011 bepaald op 47 dB Lden (overdag) en 41 dB Lnight (’s nachts). Bij een geluidniveau van 47 db Lden zou 8% à 9% van de omwonenden ernstige geluidshinder ondervinden, aldus het Kennisplatform Windenergie (zie ook bericht hierover van het RIVM).

De heer G.P. van den Berg van de GGD Amsterdam gaat verder en stelt dat windturbinegeluid naar verhouding hinderlijker is dan geluid van snelverkeer en vliegtuigen. Volgens hem ondervindt, bij een reëel geluidsniveau van 45 db, 31% van de omwonenden binnen een straal van maar liefst 2,5 km hinder.

Opvallend bij het bepalen van de wettelijke geluidsnormen van windturbines in 2010 is dat de overheid destijds niet het advies van de RIVM heeft opgevolgd. Op basis van een door de overheid ingeleid onderzoek, adviseerde het RIVM namelijk een geluidsniveau van 40 dB Lden te hanteren. Als de geluidsnorm alleen bedoeld was om ernstige geluidshinder en slaapverstoring bij omwonenden te voorkomen, zou de norm dus waarschijnlijk op ongeveer op 40 db Lden zijn gesteld. Bij het vaststellen van de norm werd een zekere mate van ernstige hinder door de overheid daarmee aanvaardbaar geacht. Dit blijkt uit een brief in 2010 van de minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer.

Naar de reden van de overheid om het advies van het RIVM niet op te volgen kunnen we enkel gissen. Niet uit te sluiten valt dat in een dicht bevolkt gebied als Nederland er te weinig geschikte plekken over zouden blijven. Een bijkomend probleem is dat het gaat om een “gemiddeld” geluidsniveau gedurende een jaar. Dat betekent feitelijk dat het acceptabel wordt geacht als omwonenden gedurende een winderige week iedere nacht wakker liggen als het in een andere windstille week vervolgens maar wordt gecompenseerd. Daarnaast plaatst Prof. Frits van den Berg van de Rijksuniversiteit Groningen nog de volgende 2 kanttekeningen bij de naleving van de wetgeving in de praktijk:

  • Het geluid van windturbines neemt na zonsondergang sterk toe, omdat het dan ver boven de grond harder gaat waaien. Het kan vanaf dat moment op de grond windstil zijn, terwijl het op grotere hoogte wel degelijk waait. Hierdoor draaien moderne hoge windturbines ’s nachts vaak harder dan overdag en maken ze ook meer geluid
  • Windturbines exploitanten baseren hun te verwachten productiecijfers op de gemiddelde windsnelheid op een hoogte van 10 meter. Maar windturbines die tegenwoordig worden gebouwd zijn veel hoger. Zoals reeds aangegeven, kan het juist op die grotere hoogte veel harder waaien. Om deze reden leveren de modernere windturbines ’s nachts meer energie (en dus geluidsoverlast) dan overdag.

Volgens Prof. Van den Berg maken de wieken een geluid dat tot op 2 kilometer te horen is en s’ nachts aanzwelt: een sterke ruis met daar bovenop een “ klots” of “bonk”. De ene hoort er een passerende roeiboot in, de ander denkt aan een oude laars in een droogtrommel, een eindeloze trein, de branding of een opstijgende 747.

Laagfrequent geluid (ultrasoon)

Dan is er het aspect laagfrequent geluid. Dit geluid wordt maar deels door het oor waargenomen, maar wordt vooral ook door het lichaam gevoeld. Het lichaam reageert hierop door bijvoorbeeld adrenaline aan te maken om te kunnen vluchten. Immers laag frequent geluid komt in de natuur voor en dit kondigt aardbevingen of vulkaanuitbarstingen aan. Wij mensen (in Nederland) weten dat dit niet aan de orde is en zeggen tegen onszelf dat we moeten proberen te slapen, terwijl het ons instinct is om te vluchten. Gevolg: hoge bloeddruk, hartritmestoornissen enzovoort. Aangetoond is dat hoe hoger de windturbine, hoe meer laagfrequent geluid deze produceert.

Voor laagfrequent geluid zijn er door de overheid geen grenzen bepaald. De overheid vindt een aparte norm voor laagfrequent geluid tot nog toe onnodig. Een belangrijke overweging daarbij was dat het laagfrequente geluid altijd samen gaat met hogere frequenties en dat het ‘gangbare akoestische instrumentarium’ daarvoor voldoende was. Daarnaast werd aan de verkenningstafel meerdere keren opgemerkt dat dit erg ingewikkelde materie is.

Ten aanzien van laagfrequent geluid geldt waarschijnlijk dat hoe dichter iemand bij een windturbine woont, hoe groter de kans dat zijn of haar gezondheid hierdoor wordt beïnvloed. Uit steeds meer internationale onderzoeken komt naar voren dat windmolens invloed op de gezondheid van mensen kunnen hebben tot een straal van maar liefst 10 tot 15 kilometer.

Recent onderzoek in Finland, uitgevoerd door het Finnish Environmental Health – SYTe ry, wijst uit dat de (negatieve) impact pas bij een afstand van meer dan 15 km van windmolens substantieel afneemt. Binnen een periode van 3 tot 6 maanden na het plaatsen van de windmolens beginnen doorgaans de symptonen, aldus Markku Mehtatalo (voorzitter van de Finnish Association for Environmental Health). Benadrukt wordt dat de steekproef van het betreffende onderzoek voldoet aan de vereisten van een statistisch onderzoek.

De gegevens in het Finse onderzoek werden verzameld in gebieden waar windturbines in een periode van 0,5 tot 1,5 jaar voor het onderzoek waren gebouwd. Daarbij werd tevens vermeld dat, in een gebied waar windturbines in verschillende richtingen van een woonkern waren gebouwd, de klachten significant toenamen. Deze mening wordt min of meer gedeeld door de Belgische neurowetenschapper Paul van de Heyning, die van mening is dat de negatieve impact reikt tot ca. 10 kilometer. Volgens Van de Heyning kan dit tevens leiden tot psychische en psychiatrische problemen, evenals meer alcohol- en drugsgebruik.

Hoe is het in andere Europese landen geregeld?

Een vaste grenswaarde wordt ook in een aantal andere Europese landen gebruikt, waaronder België, Duitsland, Denemarken en Tsjechië. In Tsjechië bijvoorbeeld wordt een grenswaarde van 40 db gehanteerd voor elk uur van de dag. In Vlaanderen geldt de grenswaarde als de windmolen op 95% van de maximale elektriciteitsproductie draait en is de grenswaarde afhankelijk van het type gebied: op het platteland is dat ’s nachts 45 dB en in een woonwijk 39 dB. De Franse gezondheidsraad adviseert een minimale afstand van woningen van 1.5 km en The UK Noise Association Report on Windturbines Noise een afstand van 1 tot 1.5 ‘mile’.

Om haar bewoners te beschermen tegen de negatieve gevolgen, heeft de Duitse staat Beieren niet zo lang geleden wettelijk bepaald dat windturbines op een minimale afstand van 10 keer de tiphoogte dienen te worden gebouwd. Hoewel dit de problematiek van het laagfrequente geluid niet op lijkt te lossen, lijkt de hoorbare overlast hiermee in ieder geval voor een groot deel te worden beperkt.

Conclusie

Er zijn steeds meer signalen dat windturbines een negatieve impact hebben op de gezondheid. Direct omwonenden zullen de meeste last ondervinden, de negatieve gevolgen reiken echter mogelijk tot een afstand van 15 km. Als dhr. Van den Berg van de GGD Amsterdam gelijk heeft, dan geldt voor de Groote Wielen dat 31% van de bewoners, tot zeg maar grofweg de Vlinderlaan, last zal krijgen van hoorbare geluidsoverlast. En dit ook nog eens onder de voorwaarde dat GROEN inZICHT juist is ingelicht over de voorliggende plannen van initatiefnemer Blue Bear in de polder en dat de windmolens pas voorbij de Grintweg worden geplaatst. Uit het plaatje in het Brabants Dagblad anderhalve week geleden bij de gepubliceerde visie Energielandschap van de gemeente Den Boch blijkt namelijk dat het gebied direct achter de polder ook is aangewezen als “mogelijk geschikt” voor het opwekken van duurzame energie. Daar komt bij dat er al veel meer initatiefnemers zijn naast Bleu Bear, waarvan wij de plannen tot op heden niet kennen.

Afbeelding verkenningsgebied Duurzame Polder. In groen gearceerde gebied zouden windturbines en zonnevelden mogelijk zijn (Bron: Duurzame Polder, bewerkt door GROEN inZICHT).

Schokkend vinden wij dat de Nederlandse politiek nog geen gehoor geeft aan recente oproepen van zowel de WHO als de Nederlandse GGD’en om meer onderzoek hier naar te doen. De Bossche huisarts Sylvia van Manen riep de overheid in 2018 op, rondom de besluitvorming van een windturbine elders in Den Bosch reeds, tot toepassing van het voorzorgsbeginsel: dit principe stelt dat als een ingreep ernstige (gezondheids)schade kan veroorzaken aan de samenleving, de bewijslast van de ingreep ligt bij de voorstanders als er geen wetenschappelijke consensus bestaat over de toekomstige schade.

Ondertussen werkt de gemeente ’s Hertogenbosch, met de door ons eerder genoemde tunnelvisie verder aan de ontwikkeling van een grootschalig windturbinepark in de Rosmalense polder. In haar zeer recent gepubliceerde Ontwerpvisie Energielandschap stelt de gemeente Den Bosch zichzelf voor een opgave van (minimaal) 2,2 pj in 2050. Gezondheid wordt slechts terloops genoemd als iets waar in een later stadium naar wordt gekeken.

Naar onze mening zijn de opgave en gezondheid onlosmakelijk met elkaar verbonden. Het risico dat aan de huidige opzet kleeft is, dat “gezondheid” in een latere uitwerking van het plan rondom duurzame energie onvoldoende aandacht krijgt. De gemeente kan zich dan te makkelijk verschuilen achter de eerder vastgestelde opgave. Dit is ook precies hetgeen waarvoor de GGD’s in haar brief aan de overheid in oktober 2019 waarschuwden.

De opgave bepalen kan in onze ogen eigenlijk pas op het moment dat er meer bekend is over de impact van windturbines op de gezondheid. Als de gemeente ‘s-Hertogenbosch van mening is dat zij hier niet op kan wachten, vinden wij het haar taak om tegelijkertijd met de bepaling van de opgave randvoorwaarden ten aanzien van de gezondheid van omwonenden te schetsen waarbij zij voorzichtigheidshalve marges voor geluidshinder aanhouden die beneden de wettelijke norm liggen. Bekend is namelijk dat de huidige wettelijke normen bewoners onvoldoende beschermen. Minimaal 10 keer de tiphoogte als afstand tot de woonkernen lijkt ons in dit stadium een goed begin. Ons bekruipt vooralsnog echter het beangstigende gevoel dat de gemeente ’s Hertogenbosch te makkelijk meegaat met de plannen van de initiatiefnemers en daarmee haar inwoners in de wijde omgeving onderwerpt aan één groot medisch experiment.

En: als de windmolens er eenmaal staan, is er in ieder geval de komende 15 tot 20 jaar geen weg meer terug.